Two portrets I made in Paris 1992, One of an aupair child Lolène, and one of another family member.
Lolène became an architect, and now she works as a projectmanager in a very prestigious firm in Paris. I wrote a Poem about her, in dutch. Maybe I will translate it later in English.
Lolène, Lolène, ik keek tweeëndertig jaar later in je foto nadat ik je naam googelde en diezelfde ogen zag die anderhalf jaar oud waren, toen ik ze tekende. Ik ben trots dat je dankzij mij van mieren houdt, En dat we spraken in eenzelfde Franse taalniveau Je mij Unique noemde, en ik jou Lolène noemde En nu zit je in een harem van architecten, manage je projecten voor een Patron die goud glanst, als een Italiaanse zomerfilm in een glazende schip in Paris, daken vol verlaten parken. En op de bodem van de hemel bloeien de velden lavendel en zie je daar de bijen zoemen die zo perfect gevangen zijn in alle soft focus lenzen uit ons revolutionaire Antropoceen We kunnen allen huizen gaan, in ruimtepakken van zacht glas. En alles wat ik destijds al in je ogen zag, de weloverwogen empathie van veilige melancholie, zal jouw klasse heilig houden. De ingebore angst voor al wat wild en zonder bescherming leeft het ingefohnde speelpak, waarin je net lopen leerde, licht als op de maan en je lachte om die duizenden vliegende lepeltjes Danone, die je onbewust at.
240123A
Lolène | Paris 1992
240123B
Broken family member | Paris 1992